Pagina's

maandag 15 april 2013

Verzwijgen gevangenisstraf in sollicitatieprocedure: mag dat?

Een (basis)arts treedt in dienst van de stichting Livio. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO VVT van toepassing. De basisarts is aangenomen na bemiddeling door het bureau Start. Start heeft, toen zij een intake deed met de arts, gevraagd naar een gat in het Curriculum Vitae van de arts over de periode 2003 – 2011. De arts antwoordde toen dat hij in die periode voor zijn ouders in Egypte had gezorgd terwijl hij ook een studie alternatieve geneeswijzen had gevolgd. Start draagt de man bij Livio voor voor een “snuffelstage”. Er vindt een gesprek plaats met Livio waarin Livio niet vraagt naar het gat in het CV en de arts ook niet eigener beweging daarover spreekt. Livio biedt vervolgens een contract voor bepaalde tijd aan (voor een half jaar). Gedurende dat half jaar meldt de arts zich met steun van Livio aan voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. De arts wordt toegelaten en de afspraak wordt gemaakt dat de arts, per de datum waarop de opleiding zal beginnen, in dienst zal treden van een andere stichting als arts in opleiding. Livio zal in die periode de arts voorzien van de vereiste stageplek(ken) en noodzakelijke begeleiding. De oorspronkelijk tussen partijen afgesproken overeenkomst wordt verlengd tot de aanvangsdatum van de opleiding. Voordat het zover is en vlak na de aanmelding en de afspraken over de opleiding komt aan het licht dat er iets niet klopt omdat een journalist onderzoek doet en de Inspectie der Volksgezondheid contact opneemt met Livio. De arts geeft dan toe dat hij een lange periode van detentie achter de rug heeft wegens het in brand laten steken van zijn vrouw. Livio meldt de arts dat de arbeidsovereenkomst sowieso afloopt per de datum dat was afgesproken dat hij in dienst zou treden van de andere stichting om de opleiding ouderengeneeskunde te gaan doen. Tot het zover is wordt de arts vrijgesteld van werk met behoud van salaris. De arts start een kort-gedingprocedure en vecht zijn non-activiteit aan. Ook vordert hij een veroordeling van Livio om hem alle ondersteuning te bieden bij het effectueren van de opleiding en het aan hem aanbieden van de voor die opleiding vereiste stageplaats e.d.

De kantonrechter
De kantonrechter in Enschede wijst de vorderingen van de arts toe. De kantonrechter geeft aan dat de vraag is of de arts uit zichzelf opening van zaken had moeten geven. De kantonrechter meent dat op de arts niet de verplichting rustte om zelfstandig mededeling te doen omdat de detentie geen verband hield met een goede uitoefening van de werkzaamheden. De detentie hield verband met een situatie in de relationele sfeer terwijl aannemelijk is dat zich een vergelijkbare situatie niet nogmaals zal voordoen. Bovendien meent de kantonrechter dat Livio de situatie aan zichzelf te wijten heeft door niet te vragen naar het verleden van de werknemer.

Commentaar
Op zich is het niet ongewoon dat wordt aangenomen dat in een sollicitatiefase alleen eigener beweging zaken moeten worden gemeld als die zaken relevant zijn voor de uitoefening van de functie. Die redenering wordt bijvoorbeeld gevolgd als het gaat om een ziekteverleden. Heeft de werknemer een kwaal waarvan hij weet dat die hem ongeschikt maakt voor de functie, dan moet hij dat melden, maar andere kwalen kunnen onvermeld blijven. Voorts is van belang dat Livio in elk geval niet rechtstreeks had mogen vragen naar een strafrechtelijk verleden. Een daarop gerichte vraag zou in strijd kunnen zijn met het recht op privacy zoals verankerd in diverse verdragen en wetten. Eén van de achterliggende gedachten is dat iemand die zijn straf heeft uitgezeten niet nogmaals “veroordeeld” moet worden voor dat vergrijp en recht heeft op resocialisatie. Livio zou overigens in dit geval waarschijnlijk helemaal niet naar het strafrechtelijk verleden hebben geïnformeerd, want zij had daarvan geen weet. Mogelijk had zij wel gevraagd naar het gat in het CV en die vraag is toegestaan. De vraag is dan of de arts naar waarheid had moeten antwoorden of niet. In dit verband zou een parallel getroffen kunnen worden met een zwangere werkneemster. Op zich mag naar zwangerschap ook niet worden gevraagd en als het dan toch gebeurt, wordt bepleit dat gelogen mag worden. Mag er niet gelogen worden, dan wordt de bescherming van de zwangere werkneemster immers feitelijk teniet gedaan.

Wat vindt u: geldt dat ook voor de arts met het detentieverleden?

Klik hier voor de blog op de website van HRbase.

Heeft u vragen? Neem gerust contact met mij op:

Muriel Middeldorp
(middeldorp@potjonker.nl of via het telefoonnummer 023 553 0230)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten