Pagina's

vrijdag 22 juli 2011

stamrechtvrijstelling volgens Belastingdienst niet van toepassing op een al in de arbeidsovereenkomst overeengekomen beëindigingvergoeding [“golden parachute”].

Soms spreken de partijen bij de arbeidsovereenkomst vooraf een vertrekregeling af. Vaak is een financiële vergoeding aan de werknemer bij onvrijwillig en niet verwijtbaar vertrek onderdeel van zo’n regeling, die dan wel wordt aangeduid als een “golden parachute”.
Het kan voor de werknemer fiscaal aantrekkelijk zijn om het bedrag van zo’n vergoeding, als zich inderdaad een situatie van onvrijwillig vertrek voordoet, af te laten storten via een stamrechtconstructie. Het effect daarvan is dat over zo’n storting op dat moment geen loonbelasting is verschuldigd, mits is voldaan aan de voorwaarden voor vrijstelling van loonheffing, zoals opgenomen in artikel 11, eerste lid, onderdeel g van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Tot dusverre is de Belastingdienst van oordeel dat de stamrechtvrijstelling van toepassing is op beëindigingvergoedingen die in een zogenaamde vaststellingsovereenkomst zijn overeengekomen [vanzelfsprekend als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan en als partijen dat ook zo hebben afgesproken]. Min of meer stilzwijgend werd aangenomen dat hetzelfde gold voor vergoedingen die al vooraf, in de arbeidsovereenkomst zelf, zijn opgenomen. Uit een recente publicatie van de Belastingdienst [Vraag & Antwoord 08-024 d.d. 080711] blijkt echter dat dit laatste niet het geval is. Onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad dat al dateert van 22 juli 1988 [LJN ZC3880] heeft de Belastingdienst zich op het standpunt gesteld dat een dergelijke uitkering, waarvan al lang van tevoren vaststaat dat de werknemer daar vrij over kan beschikken, niet meer bij of na het ontslag via een nadere overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer kan worden omgezet in een stamrecht. Het gevolg is dat de stamrechtvrijstelling niet op dergelijke uitkeringen van toepassing is en de loonheffing direct is verschuldigd.
Dit standpunt, dat geen enkele ruimte voor twijfel of onduidelijkheid laat, kan ook grote consequenties hebben voor al uitgekeerde “golden parachutes”. In theorie kan de Belastingdienst namelijk overgaan tot het opleggen van naheffingen, al dan niet verhoogd met een boete, in alle gevallen waarin de beëindigingvergoeding niet direct, maar via een stamrechtconstructie is uitgekeerd, vooropgesteld uiteraard dat de verjaringstermijn van 5 jaar nog niet is verstreken. Het is afwachten of de Belastingdienst daar inderdaad toe zal overgaan. Voor al overeengekomen, maar nog niet uitgekeerde vergoedingen is het op grond van het standpunt van de Belastingdienst zeer de vraag of die alsnog kunnen worden omgezet in een regeling die wel aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoet. Bij nieuwe regelingen moet al op voorhand met de consequenties van het standpunt van de Belastingdienst rekening worden gehouden, bijvoorbeeld door duidelijk tot uitdrukking te brengen dat het bedrag op het moment van mogelijke uitkering [nog] niet ter vrije beschikking van de werknemer staat, maar dat daar nog nadere afspraken voor nodig zijn.
Meer informatie over dit onderwerp kunt u verkrijgen bij Rob Wiebosch [wiebosch@potjonker.nl] of een van de andere advocaten van de sectie arbeidsrecht van Pot Jonker Seunke [www.potjonker.nl; 023-5530230]

Het wetsvoorstel kostendekkende griffierechten

In maart van dit jaar, 2011, heeft de Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie een conceptwetsvoorstel het licht doen zien, om de griffierechten, verbonden aan het procederen bij de rechter, kostendekkend te maken. Dit voorstel is voor consultatie naar allerlei belanghebbende partijen gezonden en heeft inmiddels veel kritiek gekregen.

Hoewel het voorstel ziet op zowel civiele als bestuursrechtelijke zaken, zal het effect van een verhoging met name worden gevoeld in het bestuursrecht.
Uitgegaan wordt van een griffierecht van € 500,-- voor zowel particuliere als rechtspersonen (maar ook bestuursorganen). Dit tarief geldt voor beroep en voor het aanvragen van een voorlopige voorziening hangende beroep of bezwaar. Er bestaat wel een mogelijkheid tot verlaging indien men tot één van de volgende drie categorieën behoort: onvermogenden, minvermogenden en de middeninkomens. Die middeninkomens gelden tot maximaal € 47.000,-- bij een gemeenschappelijke huishouding (€ 31.000,- bij een eenpersoonshuishouden); vanaf dat bedrag betaalt men “de volle mep”. Het griffierecht bedraagt dan respectievelijk € 125,--, € 250,-- en
€ 375,--.
Voor hoger beroep, en het vragen van een voorlopige voorziening in hoger beroep, gelden beduidend hogere tarieven. Standaard wordt dan een bedrag in rekening gebracht van € 1.250,--.
Even een vergelijking met de huidige stand van zaken: het basistarief van particulieren is nu € 152,-- voor beroep en € 227,-- voor hoger beroep. Voor een bepaald soort zaken, zoals sociale kwesties, geldt een tarief van € 41,-- voor beroep en € 112,-- voor hoger beroep. Rechtspersonen betalen in beroep € 302,-- en in hoger beroep € 454,--.
Dus als iemand de aan de buurman verleende bouwvergunning wil aanvechten en daarbij ook spoed heeft, omdat de buurman al is begonnen met bouwen, dan betaalt die persoon nu € 304,-- voor de behandeling voor het verzoek om voorlopige voorzieningen en voor het instellen beroep zelf.
Als de voorgestelde verhogingen doorgang vinden, dan moet deze zelfde persoon voor dezelfde procedures € 1.000,-- betalen. Biedt het beroep geen soelaas en moet hoger beroep worden ingesteld, waarbij wederom een voorlopige voorziening wordt gevraagd, dan betaalt de appellant daar nu € 454,-- voor. Straks wordt dat een bedrag van
€ 2.500,--. Voor deze twee procedures, met voorlopige voorzieningen betekent dat dus een stijging van meer dan 350%. Indien men in verband met de hoogte van het inkomen in aanmerking komt voor verlaging van het griffierecht is dat een wat grote stijging, maar dan nog gaat het om een spectaculair verschil.
Iets anders nieuws is dat voor het voeren van verweer griffierecht verschuldigd is: ook bestuursorganen moeten dus nu griffierecht moeten gaan betalen. Daarmee lijkt dus nogal wat belastinggeld te worden rondgepompt.
De Minister heeft drie redenen genoemd, waarom het griffierechtstelsel op de schop moet: de eigen verantwoordelijkheid van de rechtzoekende wordt gestimuleerd (De verwachting is dat er minder rechtszaken zullen komen), het beter functioneren van het rechtsbestel wordt bevorderd, en het begrotingstekort kan zo worden aangezuiverd.
De Raad voor de Rechtspraak en de Nederlandse Orde van Advocaten hebben zich beiden inmiddels kritisch uitgelaten over het wetsvoorstel.
Zowel de Raad voor de Rechtspraak als de Nederlandse Orde van Advocaten zijn van oordeel dat de drie redenen niet deugen. Allereerst is men van oordeel dat de cijfers aangeven dat rechtzoekenden hun eigen verantwoordelijkheid al nemen. Voorts zal het aantal rechtszaken door het kostendekkende systeem weliswaar waarschijnlijk minder worden, maar dat betekent niet dat het rechtsbestel beter zal functioneren. Daarbij moet in acht worden genomen dat procederen niet alleen ten gunste komt van de partijen die het aangaat, maar dat er ook een algemeen maatschappelijk belang mee is gemoeid. Zeker in het bestuursrecht zijn er nogal wat ingewikkelde regels en lacunes in de regels, en het moet partijen volledig vrij staan om die onduidelijkheden en lacunes door een rechter te laten duiden. De maatschappij als geheel heeft daar belang bij.
Door het griffierecht zozeer te verhogen, wordt voor veel zaken en voor veel rechtzoekenden (met name particulieren, kleinere ondernemingen en ideële organisaties) de toegang tot de rechter feitelijk geblokkeerd. Dat lijkt met name in het bestuursrecht, waar belanghebbenden zich moeten kunnen verweren tegen overheidsbesluiten, en waarbij daarin weinig keuzevrijheid bestaat, een onaanvaardbare consequentie.
Wij houden de ontwikkelingen nauwgezet in de gaten, maar hopen dat het wetsvoorstel niet ongewijzigd doorgang zal vinden.

Meer informatie over dit onderwerp kunt u verkrijgen bij Marieke Dankbaar van de Sectie Bestuursrecht, op dankbaar@potjonker.nl.

vrijdag 15 juli 2011

Follow us on Twitter!

Sinds kort is het mogelijk om berichten van Pot Jonker Seunke over interessante en nieuwe ontwikkelingen op juridisch gebied via Twitter te volgen. Alle nieuwsberichten die via onze website zijn te raadplegen, zullen ook via Twitter worden verspreid. Daarnaast zullen de volgers op de hoogte worden gehouden van nieuws uit andere bronnen en van actuele ontwikkelingen. Via deze homepage kan men zich door middel van de knop Follow us on Twitter aanmelden

Pot Jonker Seunke een van de initiatiefnemers van Haarlem Inc!

Kans voor nieuwe Haarlemse bedrijven tijdens Haarlem Inc wedstrijd

Voor de tweede keer wordt in Haarlem de ondernemerswedstrijd Haarlem Inc georganiseerd. Iedereen in en rond Haarlem met een goed idee voor een nieuw bedrijf, kan zich tot zaterdag 18 juni 2011 voor de wedstrijd inschrijven via de website www.Haarleminc.nl.

De gelukkige winnaar krijgt een bedrijfsstart met voorsprong. Haarlem Inc is een samenwerkingsverband van de Haarlemse bedrijven en organisaties (Young) MKB-Haarlem, Pré Wonen, Rabobank Haarlem en Omstreken, BDO-accountants, Inholland Haarlem, ROC Nova College, JBK en Pot Jonker Seunke Advocaten.

Of het nu gaat om iemand met een vernuftige uitvinding, iemand die een sociale werkplaats wil beginnen of een onderscheidend restaurant, iedereen met een goed idee voor een nieuw bedrijf kan meedoen. De wedstrijd is nadrukkelijk bedoeld voor vers bloed binnen de ondernemerswereld en niet voor doorgewinterde ondernemers.

Een deskundige jury selecteert en beoordeelt de ingediende ideeën. De vijftien beste ideeën worden uitgenodigd en krijgen tijdens een zomercursus professionele hulp bij het opstellen van hun bedrijfsplan. De uiteindelijke winnaar krijgt – naast praktische ondersteuning – ook advies, een opleiding en gesponsorde bedrijfshuisvesting.

Stimuleren
Haarlem heeft behoefte aan nieuwe bedrijven. Ze helpen mee om Haarlem ook in de toekomst te laten bloeien en ze bevorderen activiteit in de wijk. Om ondernemerschap te stimuleren en drempels weg te nemen, hebben zij de handen ineen geslagen en Haarlem Inc opgericht. Met de eerste editie van de wedstrijd gehouden in 2009, heeft Haarlem Inc bewezen precies dát zetje in de rug te geven dat nodig is om daadwerkelijk voor jezelf te beginnen.Deelnemers kunnen een pakket aan ondersteuning winnen waarmee ze een aanzienlijke voorsprong op de beginnende ondernemersmarkt hebben. Een enthousiast team van Haarlemse specialisten staat klaar om de uiteindelijke winnaar te adviseren en te begeleiden. Uit de eerste editie van de wedstrijd is gebleken dat, door mee te doen aan Haarlem Inc, deelnemers een heel netwerk van nieuwe en interessante relaties krijgen.

Prijzenpakket
Het te winnen prijzenpakket helpt bij de start van een nieuwe onderneming. Vijftien deelnemers worden uitgenodigd om met hulp van professionals een bedrijfsplan te maken. De uiteindelijke winnaar krijgt gedurende de eerste drie jaar een persoonlijke coach toegewezen. Daarnaast krijgt de winnaar advies over juridische en financiële zaken, over belastingen, scholing en personeelszaken. Ook ontvangt de winnaar korting op de bedrijfsfinanciering én op een opleiding. Bovendien wint hij of zij een geldbedrag van 2.500 euro voor de inrichting van een bedrijfspand of de aanschaf van inventaris. Bovendien krijgt de winnaar korting op de huur van een bedrijfspand.

Juist nu is het belangrijk dat nieuwe ondernemers impulsen geven aan de economie. En er zijn vele honderden inwoners in Haarlem die hun eigen onderneming willen starten.

De eerste editie van Haarlem Inc was een succes. De verwachting is, dat de editie van 2011 dit succes zal overtreffen. Bezoek voor meer informatie www.haarleminc.nl.

Hoge waardering voor Praktijdag 2011

Op 20 mei jl. vond de Pot Jonker Seunke Praktijkdag plaats. Veertien studenten van zes verschillende universiteiten maakten op die dag als ‘advocaat voor één dag’ onderdeel uit van het kantoor en hebben daardoor in alle facetten kunnen ervaren hoe het is om advocaat te zijn.

De deelnemers hebben hun grote waardering uitgesproken voor de vormgeving en de inhoud van de dag. Uit de evaluatieformulieren blijkt dat zij een goede indruk hebben gekregen van zowel het kantoor als de advocaten die er werken. De deelnemers wisten in het bijzonder het gesprek met een nagespeelde cliënt te waarderen en ook het feit dat zij in een toga hun zaak hebben bepleit, maakte grote indruk. Het gemiddelde rapportcijfer van de gehele dag was een 8,5.

Lijkt het je ook leuk om op deze manier kennis te maken met ons kantoor? Houd dan de website in de gaten voor de aankondiging van een volgende Praktijkdag.

Evelien de Groot als advocaat beedigd

Op woensdag 22 juni 2011 is Evelien de Groot door de Rechtbank Haarlem beëdigd tot advocaat-stagiaire bij Pot Jonker Seunke Advocaten te Haarlem. Evelien zal werkzaam zijn op de sectie vastgoed.

Met Evelien telt Pot Jonker Seunke nu 30 advocaten en 5 fee-earners. Per 1 september a.s. zal het kantoor nog worden uitgebreid met de komst van bestuursrechtdeskundige Anke van de Laar. Anke is sinds 5 jaar als bestuursjurist werkzaam bij de gemeente Leiden. Zij is haar juridische carrière ca. 10 jaar geleden als advocaat bij Pot Jonker begonnen.

Naar verwachting zullen ook de secties vastgoed, civiel en ondernemingsrecht binnenkort nog met nieuwe advocaten worden uitgebreid.