Pagina's

maandag 18 maart 2013

Welstandstoetsing gewijzigd

Als gevolg van het opnemen van een zogenaamde ‘kan-bepaling’ in het Besluit omgevingsrecht (Bor) is het college van B&W sinds 1 maart 2013 niet meer verplicht om advies te vragen aan de welstandscommissie bij de welstandsbeoordeling van bouwplannen op basis van de welstandsnota (zie Stb 2013, 75). Wat is er veranderd en wat zijn de gevolgen van deze wijziging?

Artikel 6.2, eerste lid Bor bepaalt sinds 1 maart 2013 dat het college met betrekking tot een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen advies aan de welstandscommissie vraagt indien zij het inwinnen van advies noodzakelijk acht om te kunnen beoordelen of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft in strijd is met redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onder d, Wabo. Het college is dus niet verplicht om advies te vragen aan de welstandscommissie, maar als het college het inwinnen van advies noodzakelijk acht, bestaat – zo volgt uit het eveneens gewijzigde tweede lid van artikel 6.2 Bor – de verplichting om dat advies in te winnen bij de welstandscommissie (dan wel de stadsbouwmeester).

Door de gewijzigde formulering lijkt ambtelijke toetsing aan de welstandsnota regel te zijn geworden en het inwinnen van advies bij de welstandscommissie uitzondering. Blijkens de Nota van Toelichting wordt met de wijziging van het Bor beoogd het welstandstoezicht te vereenvoudigen en de ‘ervaren’ regeldruk te verminderen. Daarbij is in aanmerking genomen dat uit onderzoek is gebleken dat het ook zonder advies van een welstandscommissie mogelijk is om op basis van een welstandsnota tot een eenduidige beoordeling van bouwplannen te komen.

De Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, in samenwerking met de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Federatie Welstand), stelt in een lezenswaardige uitgave van januari 2013 getiteld ‘De kan-bepaling, een handreiking voor gemeenten en welstandscommissies’ dat het een zaak van behoorlijk bestuur is dat gemeenten actief reageren op de wijziging van het Bor. Gesteld wordt dat het om willekeur te voorkomen gewenst is om expliciet aan te geven welke bouwplannen wel en welke niet aan de welstandscommissie worden voorgelegd. Vervolgens wordt een aantal scenario’s geschetst en de overwegingen die bij de keuze tussen de scenario’s een rol kunnen spelen uiteengezet.

Het ligt voor de hand dat gemeenten ofwel overgaan tot het vaststellen van beleidsregels (in welk geval de bevoegdheid bij het college lijkt te liggen nu het college op grond van het Bor bepaalt in welke gevallen het inwinnen van advies noodzakelijk is) ofwel overgaan tot wijziging van de welstandsnota (in welk geval de wijziging dient te worden vastgesteld door de raad).

De overige bepalingen over welstand, zoals die zijn opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Woningwet, zijn ongewijzigd gebleven. Dat betekent dat er met de wijziging van het Bor geen verandering komt in de bestaande mogelijkheden om van een welstandsadvies af te wijken, noch verandering komt in de gevallen waarin de welstandscriteria buiten toepassing blijven.

Dat welstandscriteria buiten toepassing blijven indien die toepassing leidt tot strijd met het bestemmingsplan of met in de bouwverordening opgenomen voorschriften van stedenbouwkundige aard volgt uit artikel 12, derde lid, Woningwet. Uit een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland (van 26 februari 2013, LJN BZ2407) blijkt dat welstandscriteria ook buiten toepassing blijven voor zover de toepassing leidt tot strijd met hetgeen op grond van een ‘Wabo-projectbesluit’ (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚) is toegestaan. In dat geval is vereist, zo blijkt uit de uitspraak, dat het belang dat de betreffende welstandscriteria beoogt te beschermen in de ruimtelijke onderbouwing niet uit het oog worden verloren.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Anke van de Laar of Wim Boor van de sectie Bestuurs- en overheidsrecht van Pot Jonker advocaten, info@potjonker.nl, of 023 553 02 30.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten