Pagina's

dinsdag 8 mei 2012

Duidelijkheid rond binnenplanse ontheffing

Bestemmingsplannen voorzien als regel er in dat B en W in bepaalde gevallen tot op zekere hoogte mogen afwijken van de inhoud ervan. Zo’n binnenplanse ontheffingsmogelijkheid is in veel bestemmingsplannen gekoppeld aan procedurevoorschriften, die in dat plan zijn beschreven, zoals verplichte tervisielegging van het voornemen tot ontheffing en een bepaalde termijn voor het indienen van zienswijzen. Die koppeling is er omdat de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tot 1 oktober 2010 in artikel 3.6 voorschreef dat die procedureregels in het bestemmingsplan werden vervat.

Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 is de procedure tot het verkrijgen van zo’n ontheffing aldaar beschreven, en wel in artikel 2.12, lid 1, onder a, 1e juncto artikel 3.7 Wabo. Artikel 3.6 Wro schrijft ook niet langer voor dat procedurevoorschriften in het bestemmingsplan worden opgenomen. Op grond van de Wabo wordt zo’n binnenlandse ontheffing verleend na een reguliere voorbereidingsprocedure als daar beschreven. Die procedure voorziet niet in de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen.

In de toepassingspraktijk was de vraag gerezen of bij een aanvraag van een binnenplanse ontheffing de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen dan toch moest worden geboden, t.w. op basis van de betreffende bestemmingsplanvoorschriften, of dat de procedurevoorschriften van de Wabo uitputtend zijn.

In een uitspraak van 11 april 2012 (LJN BW1595) heeft de Afdeling die vraag beantwoord: de bestemmingsplanvoorschriften die zien op de procedure om te komen tot een binnenlandse ontheffing blijven buiten toepassing; de procedure van de Wabo is uitputtend. Er geldt slechts één beperking: deze conclusie geldt alleen voor aanvragen voor zo’n ontheffing die zijn ingediend na 1 oktober 2010, de datum van inwerkingtreding van de Wabo; oudere aanvragen dienen nog volgens de procedurevoorschriften van het bestemmingsplan te worden afgehandeld, zo dat inmiddels al niet zou zijn geschied. Daarmee is deze praktijkvraag beantwoord en kunnen wij, de genoemde uitzonderingen daargelaten, eventuele procedurevoorschriften uit het bestemmingsplan voortaan laten rusten bij het verlenen van een binnenplanse ontheffing.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan Coen Binnerts (tel. 023 5530 230; binnerts@potjonker.nl) of een van de andere advocaten van de sectie Bestuurs- en overheidsrecht van Pot Jonker Seunke advocaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten