Ook na invoering van de Wabo en het Besluit omgevingsrecht (Bor) bestaan er mogelijkheden om zonder vergunning kleinere bouwwerken zoals carports en schuurtjes te bouwen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 8 augustus jl. een uitspraak gedaan (201105349/1), waardoor meer duidelijkheid is ontstaan over de toepassing van de betreffende regels, die te vinden zijn in bijlage II bij het Bor.
Waar ging het om? Aan de orde was de vraag of naast een woning een overkapping met een oppervlakte van 17 m2 kon worden gerealiseerd geheel zonder Wabo-vergunning of niet. De overkapping zelf voldeed aan de eisen van artikel 3 van bijlage II van het Bor, zodat een vrijstelling gold van de eis dat voor de activiteit ‘bouwen’ een vergunning nodig was (artikel 2.1 onder a Wabo). Maar het bestemmingsplan dat ter plaatse gold schreef voor dat per woning maximaal 75m2 met aan-, uit- en bijgebouwen kon worden bijgebouwd, terwijl er al 67 m2 aan uitbouwen e.d. aanwezig was. Met de overkapping erbij zou die 75 m2 grens dus – op het eerste gezicht - worden overschreden. Zo bezien zou de overkapping in strijd komen met het bestemmingsplan, zodat een vrijstelling van de vergunningeis voor de activiteit ‘bouwen’ niet voldoende zou zijn. Dan zou toch nog een vergunning nodig zijn, t.w. voor de activiteit ‘gebruik in afwijking van het bestemmingsplan’ (artikel 2.1 onder c Wabo).
Volgens de Afdeling moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen aanwezige en beoogde bouwwerken die aan de eisen voldoen van artikel 2 van bijlage II Bor en bouwwerken die ‘slechts’ voldoen aan de eisen van artikel 3 van die bijlage. De eerstbedoelde bouwwerken zijn geheel vergunningvrij: noch voor de activiteit ‘bouwen’ noch voor de activiteit ‘gebruik in afwijking van het bestemmingsplan’ is een Wabo-vergunning nodig, als het om dergelijke bouwwerken gaat. Omdat deze bouwwerken nu eenmaal zijn vrijgesteld van toetsing aan het bestemmingsplan tellen zij dus ook niet mee bij de vraag of het totaal aan aanwezige en beoogde erfbebouwing tezamen wel of niet blijft binnen de maximaal in het bestemmingsplan toegelaten oppervlakte van - in dit geval - 75 m2. De tweede categorie bouwwerken, die alleen is vrijgesteld van de vergunningseis uit de Wabo voorzover het de activiteit ‘bouwen’ betreft, dient daarentegen wel aan het bestemmingsplan te worden getoetst. Dat betekent dat die tweede categorie wel moet worden meegenomen bij een toetsing aan zo’n maximaal in een bestemmingsplan toegelaten oppervlak aan erfbebouwing.
In het betreffende geval moest dus worden nagegaan of de eerder gerealiseerde erfbouwing geheel of gedeeltelijk onder artikel 2 van bijlage II viel, zodat deze bij de toetsing aan de 75 m2-eis niet zou meetellen. Dat bleek het geval ten aanzien van een deel van de bestaande uitbouwen met een oppervlakte van 9,5 m2, zodat dit deel voor de toets aan die 75 m2-eis buiten beschouwing mochten blijven. Er mocht dus worden gedaan alsof er pas (67-9,5) 57,5 m2 aan erfbebouwing aanwezig was. Zo bekeken werd met de toevoeging van een overkapping van 17m2 de 75 m2-eis niet werd overschreden en was er dus geen strijd met het bestemmingsplan: er was dus ook geen vergunning nodig tot het gebruik in afwijking van dat plan. Er was daadwerkelijk sprake van een vergunningvrij bouwwerk, hoewel de totale erfbebouwing daardoor de in het bestemmingsplan genoemde grens van 75 m2 overschreed.
Bijlage II bij het Bor kent twee soorten vergunningsvrije bouwwerken, t.w. (1) vrijgesteld van vergunning voor de activiteit ‘bouwen’ maar nog wel toetsbaar aan het bestemmingsplan en (2) geheel vrije bouwwerken. Het belang van de uitspraak is er in gelegen dat de Afdeling duidelijk heeft gemaakt dat dit onderscheid ook in het oog moet worden gehouden bij de toetsing aan oppervlakte-eisen uit het bestemmingsplan: de eerste soort wordt daaraan wel getoetst, de tweede niet. De uitspraak betekent voor de praktijk dat de maximaal in een bestemmingsplan toegelaten erfbebouwing eigenlijk geen maximum betreft: nadat dit maximum vergunningvrij is ‘verbruikt’ met toepassing van artikel 3 van bijlage II, is er immers nog aanvullende bebouwing vergunningvrij mogelijks, t.w. voor zover wordt voldaan aan de eisen van artikel 2 van bijlage II Bor. Die eisen brengen overigens wel mee dat het dan om qua oppervlakte relatief beperkte bouwwerken gaat.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan Coen Binnerts (tel. 023 5530 230; binnerts@potjonker.nl) of een van de andere advocaten van de sectie Bestuurs- en overheidsrecht van Pot Jonker Seunke advocaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten