Het hof Amsterdam heeft in zijn arrest van 19 juli 2011 (LJN: BR4254) opnieuw geoordeeld dat de onderwijswerkgever zonder het bestaan van een ondubbelzinnige overeenkomst met de werknemer niet aan de uitspraken van de Commissie van Beroep is gebonden. Hiermee heeft het hof zijn eerdere uitspraak van 12 oktober 2010 bevestigd. Wat zijn de consequenties van dit arrest voor de waarde van de uitspraken van de Commissie van Beroep? Heeft het nog wel zin om de stap naar de Commissie te zetten?
Feiten
Eerst kort de feiten. In casu ging het om een basisschoollerares die ontslagen was, omdat zij volgens haar werkgever ongeschikt zou zijn voor haar functie. Volgens de school was het niveau van haar leerlingen onder de maat, hadden 15 leerlingen haar klas verlaten als gevolg van haar wijze van lesgeven en had ze een aangeboden begeleidingstraject geweigerd. De lerares stelde beroep in tegen de ontslagbeslissing bij de Commissie van Beroep. Het beroep werd gegrond verklaard, omdat de Commissie oordeelde dat de school niet in redelijkheid tot de conclusie had kunnen komen dat de lerares onbekwaam of ongeschikt was voor haar functie. De school heeft deze uitspraak van de Commissie echter naast zich neergelegd en hield het ontslag in stand.
Procedure
De lerares stapte vervolgens naar de kantonrechter. Deze oordeelde in eerste aanleg dat de school niet gebonden is aan de uitspraak van de Commissie, zodat geen sprake is van een nietig ontslag wegens schending van de wet of anderszins. De kantonrechter oordeelde daarnaast dat het ontslag van de lerares niet kennelijk onredelijk is.
De lerares ging in hoger beroep bij het hof. Het hof volgde het oordeel van de kantonrechter dat de school op grond van artikel 60 lid 3 van de Wet op het Primair Onderwijs niet gehouden is de uitspraak van de Commissie te aanvaarden. Volgens het hof leidt een gunstig oordeel van de Commissie niet tot nietigheid of vernietigbaarheid van het ontslag. Een ontslag is alleen nietig of vernietigbaar in de gevallen die in de wet zijn geregeld en de Commissie heeft geen wettelijke bevoegdheid om een ontslagbesluit te vernietigen.
Betekenis voor de praktijk
Dit arrest leidt tot vragen over het nut van de gang naar de Commissie. Volgens vaste jurisprudentie is een uitspraak van de Commissie geen bindend advies en is de werknemer er zelfs in het geheel niet aan gebonden. Met dit arrest is het echter ook vaste jurisprudentie geworden dat de werkgever niet aan een uitspraak van de Commissie gebonden is. Als de werkgever een uitspraak van de Commissie zomaar naast zich neer kan leggen, kan de werknemer zich de gang naar de Commissie dan niet beter besparen? En de zaak meteen aan de kantonrechter voorleggen?
Mijns inziens moet deze vraag ontkennend worden beantwoord. Ondanks het feit dat de werkgever niet aan een uitspraak van de Commissie is gebonden, kan een uitspraak van de Commissie wel degelijk van waarde zijn. Dit is zowel het geval bij ontslag op staande voet als bij kennelijk onredelijk ontslag procedures.
Bij ontslag op staande voet leidt een (voor de werknemer) gunstige uitspraak van de Commissie niet tot herstel van de arbeidsovereenkomst, maar is deze wel van belang voor de uitkeringsrechten. Bij kennelijk onredelijk ontslag procedures is een ontslag niet per definitie kennelijk onredelijk als de werkgever het niet intrekt nadat de Commissie een beroep gegrond heeft verklaard. Wel kan worden bepleit dat de inhoud van een uitspraak van de Commissie een belangrijke rol kan spelen bij de rechterlijke beoordeling in dergelijke zaken. De Commissie is immers specialist op het gebied van onderwijsgeschillen en het is goed denkbaar dat rechters waarde hechten aan haar oordeel. Aanwijzingen hiervoor zijn te vinden in het arrest van 19 juli 2011. Hierin wordt overwogen dat de lerares voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld ter onderbouwing van haar vordering (kennelijk onredelijk ontslag) en dat de bevindingen van de Commissie hierbij van belang zijn. Het hof oordeelt vervolgens dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Hieruit kan worden opgemaakt dat een door de Commissie gegrond verklaard beroep het fundament kan vormen voor een succesvolle kennelijk onredelijk ontslag procedure. Een uitspraak van de Commissie is dan toch meer waard dan je zou denken op basis van de arresten van het hof Amsterdam.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Saskia Boonstra (boonstra@potjonker.nl) of met één van de andere advocaten van de sectie onderwijsrecht van Pot Jonker Seunke Advocaten (onderwijsrecht@potjonker.nl), 023-5530230.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten