Pagina's

donderdag 4 augustus 2011

Arbeidsrecht: De opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte en de invoering van een vervaltermijn voor vakantiedagen

Eerder zijn op deze website nieuwsberichten geplaatst over de opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte. Inmiddels is een wetsvoorstel betreffende de opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte en de invoering van een vervaltermijn voor vakantiedagen goedgekeurd door de Eerste Kamer en op 1 januari 2012 treedt de nieuwe wetgeving in werking. De belangrijkste wijzigingen hierbij op een rij.

De opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte
Momenteel bouwt een langdurig zieke werknemer alleen vakantiedagen op over de laatste zes maanden van de ziekteperiode. Een werknemer die zijn arbeid wegens ziekte slechts gedeeltelijk verricht, krijgt alleen vakantieaanspraken over de tijd dat hij daadwerkelijk arbeid verricht.

Vanaf 1 januari 2012 wordt de beperkte opbouw van vakantiedagen voor zieke werknemers ge-schrapt. Er wordt - voor wat betreft de opbouw van wettelijke vakantiedagen - geen onderscheid meer gemaakt tussen zieke en gezonde werknemers; elke werknemer die loon ontvangt, bouwt vakantiedagen op.

Verder is nieuw in de wetgeving dat werkgever en werknemer schriftelijk overeen kunnen komen dat ziektedagen worden aangemerkt als vakantiedagen, voor zover het bovenwettelijke dagen betreft. De wettelijke vakantiedagen kunnen niet worden verrekend in geval van ziekte.

De invoering van een vervaltermijn voor de wettelijke vakantiedagen
Verder wordt per 1 januari 2012 een vervaltermijn ingevoerd voor de wettelijke vakantiedagen. De aanspraak op de wettelijke vakantiedagen vervalt zes maanden na de laatste dag van het ka-lenderjaar waarin de aanspraak is verworven. Dat houdt in dat een werknemer de wettelijke va-kantiedagen die hij over 2012 opbouwt vóór 1 juli 2013 moet opnemen. Werknemer en werkgever kunnen ten gunste van de werknemer schriftelijk overeenkomen dat wordt afgeweken van de termijn van zes maanden.

De vervaltermijn geldt alleen voor de wettelijke vakantiedagen en niet voor de bovenwettelijke vakantiedagen. Voor de bovenwettelijke dagen blijft een verjaringstermijn van vijf jaar gelden op grond van art. 7:642 BW.

In de overgangswet wordt een nieuw artikel ingevoegd waaruit volgt dat de vervaltermijn slechts van toepassing is op de wettelijke vakantiedagen die zijn ontstaan na de inwerkingtreding van de wet, dus na 1 januari 2012. De wettelijke dagen die zijn opgebouwd vóór 1 januari 2012 vallen hierbuiten. Ook daarvoor blijft de verjaringstermijn van vijf jaar gelden.

Volgens jurisprudentie wordt de werknemer geacht zijn oudste openstaande vakantiedagen het eerst op te nemen, om te voorkomen dat het recht op vakantiedagen vervalt/verjaart. Om het overzicht te behouden is het daarom aan te raden alle vakantiedagen te “labelen”, waarbij onder-scheid wordt gemaakt tussen het soort vakantiedagen (wettelijke of bovenwettelijke), het jaar waarin de dagen zijn opgebouwd en het (half) jaar waarin deze zijn genoten.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Meike van Heek van de sectie Arbeidsrecht (vanheek@potjonker.nl) telefoon 023 – 553 02 30.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten