In maart van dit jaar, 2011, heeft de Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie een conceptwetsvoorstel het licht doen zien, om de griffierechten, verbonden aan het procederen bij de rechter, kostendekkend te maken. Dit voorstel is voor consultatie naar allerlei belanghebbende partijen gezonden en heeft inmiddels veel kritiek gekregen.
Hoewel het voorstel ziet op zowel civiele als bestuursrechtelijke zaken, zal het effect van een verhoging met name worden gevoeld in het bestuursrecht.
Uitgegaan wordt van een griffierecht van € 500,-- voor zowel particuliere als rechtspersonen (maar ook bestuursorganen). Dit tarief geldt voor beroep en voor het aanvragen van een voorlopige voorziening hangende beroep of bezwaar. Er bestaat wel een mogelijkheid tot verlaging indien men tot één van de volgende drie categorieën behoort: onvermogenden, minvermogenden en de middeninkomens. Die middeninkomens gelden tot maximaal € 47.000,-- bij een gemeenschappelijke huishouding (€ 31.000,- bij een eenpersoonshuishouden); vanaf dat bedrag betaalt men “de volle mep”. Het griffierecht bedraagt dan respectievelijk € 125,--, € 250,-- en
€ 375,--.
Voor hoger beroep, en het vragen van een voorlopige voorziening in hoger beroep, gelden beduidend hogere tarieven. Standaard wordt dan een bedrag in rekening gebracht van € 1.250,--.
Even een vergelijking met de huidige stand van zaken: het basistarief van particulieren is nu € 152,-- voor beroep en € 227,-- voor hoger beroep. Voor een bepaald soort zaken, zoals sociale kwesties, geldt een tarief van € 41,-- voor beroep en € 112,-- voor hoger beroep. Rechtspersonen betalen in beroep € 302,-- en in hoger beroep € 454,--.
Dus als iemand de aan de buurman verleende bouwvergunning wil aanvechten en daarbij ook spoed heeft, omdat de buurman al is begonnen met bouwen, dan betaalt die persoon nu € 304,-- voor de behandeling voor het verzoek om voorlopige voorzieningen en voor het instellen beroep zelf.
Als de voorgestelde verhogingen doorgang vinden, dan moet deze zelfde persoon voor dezelfde procedures € 1.000,-- betalen. Biedt het beroep geen soelaas en moet hoger beroep worden ingesteld, waarbij wederom een voorlopige voorziening wordt gevraagd, dan betaalt de appellant daar nu € 454,-- voor. Straks wordt dat een bedrag van
€ 2.500,--. Voor deze twee procedures, met voorlopige voorzieningen betekent dat dus een stijging van meer dan 350%. Indien men in verband met de hoogte van het inkomen in aanmerking komt voor verlaging van het griffierecht is dat een wat grote stijging, maar dan nog gaat het om een spectaculair verschil.
Iets anders nieuws is dat voor het voeren van verweer griffierecht verschuldigd is: ook bestuursorganen moeten dus nu griffierecht moeten gaan betalen. Daarmee lijkt dus nogal wat belastinggeld te worden rondgepompt.
De Minister heeft drie redenen genoemd, waarom het griffierechtstelsel op de schop moet: de eigen verantwoordelijkheid van de rechtzoekende wordt gestimuleerd (De verwachting is dat er minder rechtszaken zullen komen), het beter functioneren van het rechtsbestel wordt bevorderd, en het begrotingstekort kan zo worden aangezuiverd.
De Raad voor de Rechtspraak en de Nederlandse Orde van Advocaten hebben zich beiden inmiddels kritisch uitgelaten over het wetsvoorstel.
Zowel de Raad voor de Rechtspraak als de Nederlandse Orde van Advocaten zijn van oordeel dat de drie redenen niet deugen. Allereerst is men van oordeel dat de cijfers aangeven dat rechtzoekenden hun eigen verantwoordelijkheid al nemen. Voorts zal het aantal rechtszaken door het kostendekkende systeem weliswaar waarschijnlijk minder worden, maar dat betekent niet dat het rechtsbestel beter zal functioneren. Daarbij moet in acht worden genomen dat procederen niet alleen ten gunste komt van de partijen die het aangaat, maar dat er ook een algemeen maatschappelijk belang mee is gemoeid. Zeker in het bestuursrecht zijn er nogal wat ingewikkelde regels en lacunes in de regels, en het moet partijen volledig vrij staan om die onduidelijkheden en lacunes door een rechter te laten duiden. De maatschappij als geheel heeft daar belang bij.
Door het griffierecht zozeer te verhogen, wordt voor veel zaken en voor veel rechtzoekenden (met name particulieren, kleinere ondernemingen en ideële organisaties) de toegang tot de rechter feitelijk geblokkeerd. Dat lijkt met name in het bestuursrecht, waar belanghebbenden zich moeten kunnen verweren tegen overheidsbesluiten, en waarbij daarin weinig keuzevrijheid bestaat, een onaanvaardbare consequentie.
Wij houden de ontwikkelingen nauwgezet in de gaten, maar hopen dat het wetsvoorstel niet ongewijzigd doorgang zal vinden.
Meer informatie over dit onderwerp kunt u verkrijgen bij Marieke Dankbaar van de Sectie Bestuursrecht, op dankbaar@potjonker.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten